Kind in het dagarrangement en de werkende mens

Van de week raakte ik nogal geïrriteerd door een actievoerder die me vertelde dat al die zoektochten naar de genetische oorsprong van autisme alleen maar leiden tot abortussen.

Maar nu ik lees dat kleine kindjes een dagarrangement op school zullen krijgen, zodat hun ouders toch maar vooral de hele dag ongestoord kunnen werken, begin ik het gevoel de krijgen dat die actievoerder toch gelijk had.

Kleine kinderen moeten al vóór aanvang van school daar gedumpt kunnen worden, zodat hun ouders op tijd op het werk kunnen zijn. En na school volgen sport en andere vrije tijdsbezigheden elkaar gewoon op, zodat pappa en mamma gewoon door kunnen werken tot aan etenstijd.
Het zal niet land duren voordat de staat ook zal voorzien in een verplichte maaltijd, want werknemers die de hele dag hebben gewerkt vinden een omschakeling naar het ouderschap extra moeilijk als er ook nog in een gezonde maaltijd voorzien moet worden.

Of er meer inzit dan een afhaalchinees of een patatje vraag ik me af, gezien de kosten van de kinderopvang en de vrije tijdsbestedingen van de kinderen.
Als je toch ziet wat wij al niet kwijt zijn aan twee ballettende dametjes. Tjonge jonge.

Voor mij wordt de grens tussen draagmoeder en gewoon moeder steeds vager.
Zelfs het baren staat in het kader van productie.
Huppa! Baby eruit, een paar weekjes om te baby te showen, te leren hoe te verluieren en te voeden en dan kan de kleine mooi naar het dagarrangement, inclusief avondvoeding.
Die eerste weken mogen, want ouders zijn goedkoper dan nachtdienstdraaiende beroepskrachten, maar daarna moet het ouderschap beperkt blijven tot de vrije tijd en de competitie aangaan met fitnessen, golfen, borrelen en andere geneugten van het leven.

En dat kindje?

Dat wordt onder staatstoezicht opgevoed tot het aan alle leerplichtseisen en kwalificaties heeft voldaan en vooral voldoendes heeft gehaald voor burgerschapskunde.
Van 0 tot 23 in beheer van de staat.

Het moederschap wordt bijna aan de schoot ontrukt ten behoeve van het arbeidsproces.
Productie hier, productie daar.
Kindjes worden opgevoed tot keurige productierobotjes en zo kunnen we het economisch systeem zonder problemen in stand houden.

Kindjes die niet tot de norm horen, die passen niet in dit beeld.
Kinderen die doodongelukkig worden omdat ze meer zorg van de moeder nodig hebben of omdat ze net te veel karakter hebben om zich aan te passen, die zijn maar lastig en kosten te veel.

Het is nu al zo dat de wet niet voorziet in scholingsmogelijkheden voor kinderen die schade oplopen door ons onderwijsstelsel.
Dat scholen niet goed zijn voor kinderen, dan kan dan helemaal niet meer.
Dat is een onproductieve gedachte.

Wetenschappers en ouders over de hele wereld zijn op zoek naar wegen om autisme in een zo vroeg mogelijk stadium te ontdekken.
Nu is het doel nog om deze kinderen zo vroeg mogelijk te diagnosticeren en te helpen zichzelf zo evenwichtig mogelijk te ontwikkelen, zodat ze zich kunnen worden tot een gelukkig mens.

Hier in Nederland is de terminologie al aardig verschoven naar: het begeleiden tot een zo optimaal mogelijke deelname aan de maatschappij en het arbeidsproces.

Gigantische bergen geld worden gestoken in het herbeoordelen en aan het werk houden van mensen met een beperking, om ze het leven zó zuur te maken dat ze na het werk thuis op de bank in elkaar zakken en niets meer kunnen totdat ze zich de volgende dag verplicht weer naar het werk slepen. Dat velen niet meer in staat zijn zelfstandig de bus te nemen, dat mag de pret niet drukken, want daarvoor hebben we het gemeentevervoer.

Mensen met een beperking worden zo al sociaal dood gemaakt, een eerste stap in de opvoeding dat je werk je leven moet zijn en je leven je werk.

Sommige mensen zeggen dat autisme een volgende stap in de evolutie is, een teken van nieuwe manieren van communicatie.

Het is een tè optimistische interpretie van een tè ingewikkeld probleem.
Het past immers niet in het concept van de werkende mens?

Dat autisten keihard moeten werken om de wereld om hen heen te begrijpen telt vast niet mee.

Survival of the fittest.
De werkende mens.

Of gaat het toch uiteindelijk om de mens die zich niet aan kàn passen.
Om autisme dat zich uit in een grote verscheidenheid en individualiteit.

Het unieke van de autistische mens naast de eenvormigheid van de werkende mens.

Andere hersenwerking van autisten bij taalbegrip.

Nieuw onderzoek door Cathelijne Tesink, werkzaam bij de afdeling Psychiatrie UMC St Radboud en het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour, toont aan dat er belangrijke vesrchillen zijn in dagelijks taalbegrip tussen mensen met autisme en mensen zonder autisme.

Omdat het bekend is dat autisten moeite hebben met het begrijpen van taal binnen de juiste contekst, werd gezocht naar een manier om dit in beeld te brengen.

Het is al langere tijd bekend dat autisten moete hebben met grapjes en complexe taaltaken, maar zouden autisten ook moeite hebben met alledaags taalbegrip?

Niet autistische mensen halen veel informatie uit de contekst, dus werd besloten taal en contekst los te koppelen.
Men bood zinnen aan die gesproken werden door een stem die er wel en een stem die er niet bij paste. Bv: een kind zegt dat het altijd een glas wijn drinkt voor het slapen gaan, en een volwassene zegt dat.

Bij beide groepen werden dezelfde taalverwerkingsgebieden in de linker hersenhelft actief.
Maar bij autisten werd ook hetzelfde gebied in de rechter hersenhelft geactiveerd.

En er gebeurde nog iets anders.

Bij niet autistische mensen activeerde bij correcte zinnen een van de hersengebieden die actief zijn bij zelfreferentie, dat is het gebied dat actief is bij het beoordelen van jezelf en anderen.

Bij mensen met autisme werd dat gebied niet geactiveerd.


Dit onderzoek bevestigd dus een verschil in taalinterpretatie tussen autistische en niet-autistische mensen, en voor het eerst is nu ook wetenschappelijk vastgesteld dat autisten ook anders omgaan met dagelijkse taal.


Onderzoeksresultaten verschenen in: Brain

te goed voor de knijpers, niet goed genoeg voor het gesticht

Heel wat mensen slaan de artikelen in de krant over de zorg voor gehandicapten gewoon maar over.
Voor ouders van gehandicapten zijn die artikelen voor de zoveelste keer een confrontatie dat het in deze maatschappij niet goed gaat.

Neem nu de bezuinigingen in de AWBZ.

60.000 mensen met lichte problemen of psycho-sociale problemen vallen uit het systeem van de AWBZ en moeten nu een beroep doen op hun gemeente.
Dit jaar bepalen het Centrum Indicatiestelling Zorg en de Bureaus Jeugdzorg wie wel en wie geen recht op begeleiding vanuit de AWBZ houdt.
Of de keuzes recht doen aan wat nodig is, is de vraag.

In de ogen van veel mensen lijkt zinvolle dagbesteding een overbodige uitgave.
Voor de gehandicapten en hun families is dagbesteding noodzakelijk.
Ook in lichtere gevallen.

Dagbesteding betekent een mogelijkheid tot ontwikkeling op gebieden waar iemand thuis of elders niet toe in staat is.
Op bv. een zorgboerderij leert iemand niet alleen voor dieren te zorgen, maar leert onbedoeld ook om te gaan met anderen, leert plannen, leert inzicht in situaties, noem maar op.
Daarnaast betekent een dagbesteding ook ontlasting van de gezinssituatie of het is een vereiste voor het wonen in bv een trainingshuis of andere woonvormen in de geestelijke gezondheidszorg.

Niet iedereen kan immers werken?

Of moeten de gehandicapten van Nederland weer massaal aan het knijpers maken en pannelappen haken?

De eerste zorgboederij gaat over een half jaar dicht.
En meer zullen er volgen.

Wat dat betekent op den duur laat zich raden, maar inzicht kan de geinteresseerde wel krijgen.

Gehandicapten zullen vereenzamen, of weggestopt worden in vormen van tijdverdoen die ver beneden hun kunnen liggen.
Of ze worden de arbeidswereld ingestuurd met inzet van een nog groter bedrag aan begeleiding, op plaatsen waar ze een machine vervangen.

Anderen zullen thuis komen te zitten, waardoor de druk op de mantelzorgers nog verder oploopt en deze gehandicaspten uiteindelijk moeten worden opgenomen in faciliteiten van de geestelijke of lichamelijke gezondheidszorg. Een véél duurdere oplossing, die structureel een veel zwaardere financiele belasting vormt.

We mogen hopen dat de woonvormen voor gehandicapten hun regels gaan aanpassen.
Veel faciliteiten stellen als voorwaarde dat de bewoner naar de dagbesteding gaat of op een andere wijze de dag doorbrengt.
Als de dagbesteding wegvalt, zouden duizenden weleens op straat gezet kunnen worden.

Mezzo: uitbreiding basiscursus vrijwilligers

Dat in Nederland nog veel moet veranderen wisten we al lang.
En dat het langzaam gaat ook.

Maar het rondsturen van mails, direct aanspreken van beleidsmakers, het activeren van belanghebbenden en al die andere activiteiten hebben wel zin.

Mezzo, de vereniging voor mantelzorgers heeft de basiscursus vrijwilligers uitgebreid met een onderdeel: werken met mensen met een psychische beperking.

Alweer een stapje vooruit.

Zie hier.