TwitThis

Huidige bureaucratie verpest de toekomst van kinderen

Hoe een autistische jongere zijn plaats in het onderwijs kwijtraakt en
hoe een plaats op de dagopvang ook aan zijn neus voorbij fietst.


Wat waren we blij dat er eindelijk een plaats vrijkwam in een autiklas.
Na een gesprek, gelijk al de volgende dag, waren we het erover eens: er was plaats en die was voor mijn zoon met klassiek autisme.

Ondanks de diagnose van de psychiater en jarenlange ervaring die docenten met hem hadden, ondanks de verklaring dat hij toch echt autistisch was door de orthopedagoge, moest er toch een cluster 4 beschikking komen.

De school had ons verteld dat ze die al hadden, maar dat bleek niet waar te zijn.

Dus schoven we alle bezigheden aan de kant en gingen op jacht naar alle verklaringen, rapportages en andere papieren die allemaal nodig zijn om een commissie te overtuigen dat onze zoon daar toch echt naar school moest.

De diagnose van de psychiater was "verlopen". (Stel je eens voor dat onze zoon miraculeus genezen zou zijn van een ongeneesbare neurobiologische afwijking.)
Ook voor herdiagnoses moeten afspraken gemaakt worden, en die krijg je echt niet de volgende dag.

De school kon geen recent handelingsplan overleggen, want behalve wat gesprekjes hier en daar als de orthopedagoge tijd had, bestond er geen uitgewerkt behandelingsplan, laat staan een zorgvuldige scoring van zijn vorderingen.
We zagen zelfs in onze dromen brieven voorbij komen met "afgekeurd".

Per toeval stuitte ik op een oud inspectierapport waarin de schoolinspecteur constateerde dat de school hopeloos tekortschoot in verslaglegging.
Verder zoeken resulteerde in de constatering dat het jaar erop geen inspecteur de moeite had genomen de vinger aan de pols te houden.
Toch maar eens even de schoolinspecteur op de hoogte brengen van ons probleem, want een tussentijdse inspectie had waarschijnlijk geresulteerd in wat meer ijver belangrijke papieren op orde te brengen.

Tussenkomst van de inspecteur en overleg met het REC gaven toch weer perspectief op goedkeuring van het dossier.

We ontvingen na lang aandringen het onderwijskundig rapport.
Het was een onsamenhangend geheel, waarin we onze zoon amper herkenden.
Na wat nazoeken in mijn emailbox konden we wel een aantal stukken tekst kwalificeren als copieen van mijn mails. Mooi.
Na een vervelend gesprek kwam er een nieuw onderwijskundig rapport dat rechtstreeks naar het REC gestuurd werd door school. Niet de normale gang van zaken en zeker onacceptabel volgens de regels van het REC.
Toen we later het rapport onder ogen kregen bleken mijn mails nog vaker gecopieerd te zijn. Blijkbaar werden mijn observaties en conclusies eindelijk op waarde geschat.

Het formulier dat de mentor had moeten invullen was door de orthopedagoge ingevuld.
En ineens dook er ook een behandelingsplan op. Wow! Ook daar had de orthopedagoge hard aan gewerkt...AD HOC.

Of het dossier eindelijk compleet was, dat wisten we niet.
De school waar mijn zoon naar toe zou gaan beheerde het dossier en diegene die er over ging was ziek.
Na twee weken barstte bij ons de bom: of er niet iemand anders naar kon kijken, want volgens ons was het compleet en kon het op de post. Drie telefoontjes later nam eindelijk iemand de moeite de checklist naast het dossier te leggen, en ging daarna de boel op de post.

Weken later kregen we eindelijk de felbegeerde beschikking.
Maar plaats op school was er na al die maanden niet meer.

Mijn zoon kon nergens naar toe en werd een thuiszitter, met alle verschrikkelijke ervaringen met Bureau Leerplicht vandien.

Na meer dan een jaar wordt besloten dat hij naar de dagopvang kan.
Er is plaats, en ze bieden zelfs toeleiding naar werk aan, als dat er in zou zitten.

Wijs geworden door mijn inmiddels sterk gegroeide aversie tegen formulieren en aanvraag procedures vraag ik iemand van het MEE om een steuntje in de rug.
Misschien dat met een dergelijke procesbewaking spullen eerder op tafel komen en sneller de deur uit kunnen.

Bureau Leerplicht is verrassend toegeeflijk nu iemand anders toestemming vraagt hem de kans te geven op de dagopvang.

Maar ook tijdens deze procedure steekt ziekte de kop op en verziekt het gebeuren op een dusdanige manier, dat ik de hele papierwinkel voor het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) toch in mijn eentje aan het invullen ben. Echt een punt is het niet, want het gaat redelijk vlot en ik ben blij als alles bij haar ligt en de boel verstuurd kan worden.

Vlak voordat de postzegel wordt geplakt blijkt dat ze me de verkeerde formulieren heeft gegeven. Mijn zoon valt nog net een paar maanden binnen de termijn dat de vraag bij jeugdzorg moet worden ingediend. En die hebben andere formulieren.
Het dossier opsturen kan niet, alles moet worden overgeschreven.
Als compensatie voor de fout vult de medewerkster van het MEE de formulieren voor me in. Dat kost weer twee weken tijd.

Niet al te lang na het versturen van het dossier valt een brief van jeugdzorg op de mat.
M'n hart maakt een sprongetje.
Het zou fantastisch zijn als hij al voor de vakantie naar de dagopvang kan, dan zou ik tijdens de vakantie eens iets met de andere kinderen kunnen doen dan mijn zoon één-op-één te begeleiden.

Valse hoop.
Voorbarige vreugde.

Iemand die niet eens de moeite heeft genomen haar of zijn naam onder de brief te zetten stuurt een brief met typfouten om me te informeren dat de aanvraag is ontvangen en dat binnen een termijn van 40 werkdagen een besluit zal worden genomen.

Inmiddels slepen de wachtweken zich weer voort.
Zou er nog plaats zijn aan het eind van de rit?

0 reacties: